Malin-Sarah Gozin
Het alfabet telt 26 letters. Ik neem aan dat deze mededeling voor een goed geschoold gezelschap als dit hier geen echt hard nieuws is.
Ik ga u die 26 letters niet één voor één opnoemen, vanavond.
Gekende stof, neem ik dus aan.
Maar wat iemand met die 26 letters aanvangt, dat is iets anders.
Als die letters in de goede volgorde gerangschikt worden dan worden ze woorden, en woorden worden soms zinnen, en als dat goede zinnen zijn spreken we over een tekst. En als die tekst goed is dan is hij meestal geschreven door een schrijver.
Een visser vist. Een zwemmer zwemt. Een loodgieter giet lood. En een schrijver schrijft.
Want laten we wel wezen : schrijven is , behalve vaak iets heel fijns om te doen en soms ook kunst, in de eerste plaats een vak.
Dat wil zeggen : iets wat niet iedereen kan.
En als het al zo is dat iedereen die lood giet in regel een loodgieter is dan is het zeker niet zo dat iedereen die schrijft een schrijver is...
Maar genoeg theorie.
En dus even ter zake nu : waarom mijn woorden en bedenkingen hier klinken is omdat ik mij, met veel ontroering kan herinneren hoe vereerd ik me wel voelde toen ik de fel begeerde Edmond Hustinx Prijs - zelf mocht ontvangen in 2010.
Ik ben ook blij dat de bewuste prijs nog steeds het steunen van jong talent hoog in het vaandel draagt.
En dat de winnaars na afloop niet met een lelijk beeldje het bos wordt ingestuurd meer met een prachtige penning en een bijbehorende enveloppe met inhoud.
De jury van de Edmond Hustinxprijs, editie 2018, waar ik bij mocht zijn, samen met eminente collega’s als Ignace Cornelissen, Bram Renders en Jan Volleberg, heeft wel diep maar niet lang moeten nadenken over wie deze keer de Vlaamse laureaat zou moeten worden van deze hoog gewaardeerde en ook zeldzame onderscheiding voor drama-auteurs.
De beraadslaging gebeurde eerder dit jaar tijdens een sobere maar voedzame lunch in het Paleis voor Schone Kunsten en nog eer de juryleden hun soep goed en wel op hadden was er één naam al drie keer gevallen en wel die van de uitmuntende scenariste Malin-Sarah Gozin, hier aanwezig, hoop ik maar.
Na haar studies Germaanse Talen aan de Katholieke Universiteit van Leuven en tevens die van Cultuur & Communicatie aan de Katholieke Universiteit Brussel verdiende zij haar eerste sporen als creative producer en eindredacteur bij enkele gerenommeerde Belgische tv-productiehuizen.
Zes jaar geleden verbaasde ze de binnen- en buitenlandse tv-dramawereld een eerste keer met de VTM-miniserie “Clan”, waarin met veel zin voor taal, beeld en gelukkig ook zwarte humor, een moord om bestwil , de wel zeer rode draad vormt.
Maar de jury was nog meer onder de indruk van de VRT-reeks “Tabula Rasa”, die door Malin-Sarah bedacht werd en die tijdens het jaar 2017 heel Vlaanderen vele zondagavonden na mekaar van straat en voor de buis hield.
Officieel ging het hier om een werkstuk in het genre van de “psychologische thriller” maar wat Malin en haar schrijvende collega’s Veerle Baetens en Christophe Dirckx klaarmaakten was van een orde die men zelden tegenkomt in de wereld van de televisie en die men rustig “helemaal uit de kunst” kan noemen.
De regie, de acteurs, de cameralieden, de mensen van de art direction, de monteurs, de productie van “Tabula Rasa” stegen allemaal boven zichzelf uit, en maakten van “Tabula Rasa” niet gewoon een goede serie maar echt een uitzonderlijk werkstuk.
Nu, dat project achter ons ligt, maar wel door de wereld ontdekt wordt, mogen we op een plechtig moment als dit zeker niet vergeten dat deze hele succes-story op een dag toch maar gewoon in de mooie geest van de talentvolle Mevrouw Gozin ontstaan is.
Het is precies aan die geest dat de Edmond Hustinx Prijs dit jaar opgedragen wordt.
Mag ik uw waardering, en ook een beetje applaus, vragen voor Malin-Sarah Gozin.
Marc Didden
Maastricht, 9 November, 2018